REISVERSLAG   DE JONGE JOSEPH   2006

 

Week 4    8 – 15 juli

 

In Sibari, waar Joseph overwinterde, maakten wij kennis met een 82-jarige Hollander die daar al jaren met zijn boot ligt. Varen kon hij niet meer vanwege een beroerte een jaar geleden. Zijn Rhodesische vrouw, iets jonger, kenschetste het zeilen in de Adriatische zee als: motoring from gale to gale. En dat zullen we vaak meemaken. Of er is te weinig wind om goed vooruit te komen en dan moet de motor een handje helpen, of we kunnen niet uitvaren vanwege de voorspelde harde wind.

De eerste twee dagen deze week is het weer zover: windkracht 7 voorspeld, dus we blijven in Brindisi. De Italianen leren op school kennelijk geen vlaggen. We zijn nog niemand tegengekomen die de onze als de Hollandse herkent. We worden voor Noren, Zweden, Denen, Belgen en Duitsers aangezien. Als we al hebben uitgelegd dat we uit Olanda komen dan denken velen dat dat ergens voorbij Zweden ligt.

Zondagavond is de grote finale Italië-Frankrijk en dan is het zelfs link omdat velen in ons rood-wit-blauw de Franse vlag menen te herkennen. We kopen een grote Italiaanse vlag en zetten die aan de zijkant van de boot. ’s Avonds, als we op de kade aan ons gereserveerde tafeltje tijdens het eten de wedstrijd gaan zien, halen we zelfs de Hollandse vlag weg, omdat we nog niet weten wie er zal winnen. Na afloop wordt het een dolle boel daar bij de zuil die het einde van de Via Appia aangeeft (en waar wij aan de kade liggen). Groot vuurwerk en uren lang rondrijdende auto’s en scooters met grote Italiaanse vlaggen. Die van onze boot blijkt even later verdwenen. Ik wens mijn Italiaanse ex-collega’s per SMS geluk.

Maandag huren we een auto om het binnenland te verkennen. Het Unesco werelderfgoed: de trulli-huisjes bij Alberobello moeten bezocht worden. Ze maken een wat smurferig-eskimo indruk en ons dus aan het lachen. Het barokstadje Martina Franca is een stuk aardiger. De volgende dag naar Villanova di Ostuni, waar de tonronde havenmeester Angelo er op staat om ons naar het 6 km verderop gelegen Ostuni te rijden om het nachtleven te verkennen. We zien vooral zich met bier volgietende Polizia Municipale (in diensttijd) die na afloop doen alsof zij willen betalen, hetgeen door de café-eigenaar geweigerd wordt, zoals gebruikelijk. De volgende haven is Monòpoli en vandaar naar Mola di Bari en tot slot Bari, waar Frank en Elze van boord stappen en een dag later, als de nieuwe bemanning is gearriveerd, ook Michiel.

 

Week 5    15 -  22 juli

 

Maja Sanders, Henrik de Groot en René de Haas vormen de nieuwe bemanning. Goede zeilers en goede koks,hetgeen door mij zeer gewaardeerd wordt. Door een taxistaking in Napels konden ze niet op vrijdag doorreizen, omdat ze daardoor de trein misten. Ook in Italië is het nu verplicht reserveren in de treinen en dus moeten ze tot zaterdagmiddag wachten tot ze verder kunnen omdat alle treinen zijn uitverkocht. Van de nood maken ze een deugd door het schitterend gerestaureerde koninklijk paleis in Caserta te bezichtigen. Dat zou groter zijn dan dat in Versailles.

We varen in een holle zee naar Molfetta, waar enkele scheepswerven nog steeds nieuwe houten vissersschepen bouwen. Fraai handwerk. Vrijwel alle vissersschepen hier in Italië zijn nog van hout en er zijn er veel te veel. De vis in de Adriatische zee begint op te raken en het is schandalig als je ziet met wat voor ondermaats spul ze ’s morgens terugkomen. Molfetta wordt op kosten van de Unesco geheel gerestaureerd en ziet er al erg goed uit.

Trani is de volgend bestemming met zijn karakteristieke kathedraal aan de haven. Als we die gaan bekijken is een fotograaf de 13e eeuwse leeuwen bij de ingang aan het fotograferen. De koppen liggen er stukgeslagen naast. Vandalen hebben die er ’s nachts afgehakt.

De kaartverkoper van het plaatselijke fort biedt aan ons de volgende dag naar Castel del Monte te rijden. Het door Frederik 2 van Hohenstaufen (13e eeuw) zelf ontworpen jachtslot met 8 achtzijdige torens op de hoogste heuvel in de buurt. Was de moeite waard.

Via Margerita di Savoie en Mattinata naar Vieste. Een soort Volendam als je de verkeerde straatjes in loopt, je kon er over de toeristenhoofden lopen. Maar in de buurt van de haven was het lekker rustig.

 

Week 6    22 – 29 juli

Zaterdag varen we Varano binnen, een vissershaven en de ingang van een groot binnenmeer. Er blijkt een sterke inlopende stroom te staan, die ik niet onderken, en we worden stuurloos tegen een vissersschip gedrukt. De knop van de vlaggestok breekt af, maar Maja vist hem met grote tegenwoordigheid van geest meteen uit het water. Een grote kras op het zwaard en een verbogen scepter zijn de andere schades. Maar deze haven vinden we niet leuk meer en we gaan meteen door naar de volgende, een eenvoudige vissershaven zonder enge voorziening (Capoiale). Het voordeel daarvan is ook dat we dan de volgende dag nog slechts 35 mijl hoeven en dat is een hele afstand voor Joseph met deze zwakke winden. Voordat we uitvaren zijn alle schades al weer gerepareerd.

In Termoli blijven we een dagje om een excursie te maken naar Foggia. Omdat de treinen hier zo schaars rijden arriveren we daar pas tijdens de siësta. Gelukkig is er wel een bijzonder restaurant open waar de vader van de eigenaar (een radioloog in ruste) de gehele tijd aan onze tafel blijft zitten en ons van alles vertelt over Italiaans eten, de visserij en allerlei andere onderwerpen die we soms niet willen weten. Het is hier in het binnenland letterlijk bloedheet (38 graden) en het is een schrale troost dat in Nederland een hittegolf heerst.

Het Italië van het zuiden is een heel ander Italië dan het noordelijke deel. Het is duidelijk veel minder ontwikkeld en je merkt aan de mensen dat ze òf nog heel arm zijn of inmiddels net niet meer. Maar er rijden ook erg dure auto’s rond (maffia?). Veel bouwwerken worden door de EU gesubsidieerd en we hebben het gevoel daar zelf aan bij te dragen als nettobetalende Nederlanders. Naarmate we noordelijker komen zien we de welvaart toenemen en meer en grotere jachten in de havens liggen.

Daarna varen we door naar Punta Penna, een piepklein haventje met een groot zandstrand. Daar blijven we een dagje luieren omdat we tijd genoeg hebben voordat we zaterdag in Ortona moeten zijn voor de bemanningswissel. Broer Chiel neemt met vrouw en kinderen het schip voor drie weken over en wij gaan via Rome weer naar huis.